Alaska: wie had ooit kunnen bedenken dat wij de Verenigde Staten leuk zouden vinden???
Harold en Nathalie gaan er vaker heen en iedere keer kreeg ik te horen: "Jawel Theo, dat vind jij wel leuk".
Ik kon me dat niet voorstellen maar het is altijd een droom geweest van Angelina om ooit eens Alaska te bezoeken. Wat geweldig. Alleen al het gevoel van vrijheid wat je daar hebt. Het is net zo groot als de Benelux, Frankrijk, Spanje en Duitsland samen en telt net zoveel inwoners als de gemeente Amsterdam!! Bovendien woont meer dan de helft van alle inwoners in Anchorage dus kun je nagaan hoeveel mensen wij onderweg zijn tegengekomen.
In Anchorage halen we onze huurauto op. Een heuse Chevy. Wij vinden hem best groot maar op een parkeerterrein in de VS vind je hem echt niet zo gemakkelijk terug tussen al die verhoogde en verbreedde pick-ups.
We gaan eerst vanuit Anchorage naar Talkeetna, een dorp met nog geen 1000 inwoners maar qua oppervlakte 2 keer zo groot als "ons" Nimwegen. Het is even wennen aan de grootte van de porties eten: Ik ben een uitstekende eter maar ik bestel hier maar "a half one". Ik kan bijna de helft op!!! Echt niet normaal.
Vanuit Talkeetna vertrekken we met het watervliegtuig naar de de Caibou Lodge.
We logeren bij Mike en Pam. De buren krijgen we waarschijnlijk niet te zien want die wonen meer dan 50 mijl verderop. Mike laat ons de omgeving zien en neemt 1 van zijn vele geweren mee. Hij is tenslotte een Amerikaan en een fanatieke republikein. Misschien schiet hij wel een Moose (eland).
We zien in de verte een paar wolven. Dat is toch geweldig?
Weer terug naar Talkeetna en van daaruit vertrekken we naar Denali National Park, een park van 25000km². In de verte ligt Mount McKinley, toch 6200 mtr hoog. We zien best veel beren en moeten stoppen als een coyote midden op de weg zijn behoefte doet.
Door naar Fairbanks waar we echt een heus pioneerspark bezoeken en weer verder naar Chitina, waar we de auto op het plaatselijke vliegveld parkeren en een busje naar Mc Carthy pakken. Bijna al onze spullen liggen in de auto maar hier hoef je niet bang te zijn. In het Ma Johnson Hotel hebben we zelfs geen slot op de deur. Alle laptops liggen gewoon op de gang waar ze opgeladen kunnen worden.
We boeken een tocht over en zelf door een gletsjer. We krijgen echte ijzers en dat is niet overbodig. Onze gids is Johan, een Duitse, spontane jongen. Hij leek ook erg handig maar toen hij midden in de gletsjer in het donker zijn zaklamp een meter of wat naar beneden liet vallen had ik daar mijn twijfels over. We moeten in het donker achteruit naar de uitgang maar ook dat is weer goed afgelopen.
Het smeltwater uit de gletsjer smaakt heerlijk en ik ben maar een paar keer met mijn ijzers in mijn broek blijven hangen.
Door naar Palmer. Onderweg is het weer prachtig. We hebben echt gezocht maar verkeersborden zonder kogelgaten zijn er hier niet te vinden. Ook bij het werken aan de weg gaat het er anders aan toe dan bij ons. In plaats van een verkeerslicht staat er (aan beide kanten) een man met een stopbord in de hand. Er rijdt een pick-up met een groot bord op de bak: "follow me" constant heen en weer. Alsof je anders kunt rijden!
Bij de wegrestaurants proberen we wel iets gezonds te eten maar dat lukt echt niet. Overal friet met hamburgers of kipnuggets. Het komt ons de strot uit en we eten na deze reis zeker een jaar geen patat meer.
Onderweg kom je niet veel mensen tegen. In verhouding wel veel campers. Maar zoals alles in de VS zijn deze ook "much bigger" dan bij ons. Het zijn eigenlijk grote bussen met vaak een personenauto aan een triangel erachteraan en vaak ook nog een boot en/of quad.
We gaan met een helicopter een gletsjer op om een heuse hondensledetocht te maken. Echt prachtig. Als we bij de honden aankomen zijn deze razend enthousiast. We nemen op de terugweg ook nog wat honden mee. Ze blijven het hele seizoen op de gletsjer maar van september tot maart/april mogen ze naar "huis". Heeft onze eigen Emrys het toch beter getroffen.
Weer verder. We gaan kajakken in de Knikglacier en maken een tocht met de airboat. De eigenaar Tom verteld dat Sean Penn hier geweest is om te kijken of de omgeving geschikt is voor opnames voor de (waargebeurde) film "into the wild". Er was te weinig begroeiing voor de beoogde scenes maar we hebben bij thuiskomst wel de film gekeken. Wat is het toch mooi. Zo puur natuur.
Koud was het met kajakken wel dus ik peddel maar een beetje door om me warm te houden. We ontmoeten nog een vrouw uit Virginia met het echte zuidelijke accent. Dat klinkt toch. Het is al weer net of we in een film zitten.
We gaan naar Valdez waar we een boottocht maken langs de gletsjers en als er een stuk ijs in het water valt zie je pas de impact. Het is maar een klein stukje maar dat heeft zoveel massa dat het toch zorgt voor heuse golven. Kun je nagaan als er een groot stuk af brokkelt. Dan krijg je toch een tsunami.
We ontmoeten nog een papagaaiduiker, wat zeeleeuwen en schattige zeeotters die op hun rug drijven en op hun buik een steen hebben liggen om schelpen en oesters kapot te slaan.
Dan nog naar Homer. Als we aankomen blijkt er niemand te zijn. Er hangt wel een briefje waarop staat welke room we hebben. Geen sleutel want de deuren worden nooit afgesloten. Ik zit 's nachts vaak op de veranda om het noorderlicht te zien en evt de Moose die iedere nacht een bezoek brengt aan de Twin Creeks Trailhead Lodge. Hij laat zich deze nachten niet zien en ook van het poollicht is geen spoor te bekennen. Wel 1000en sterren.
De volgende dag is het 9-11. Normaal zie je al ontelbare vlaggen maar nu zie je de "Stars and Stripes" echt overal. Wel indrukwekkend en ik krijg toch een brok in mijn keel.
Als we terug rijden naar Anchorage zien we nog een school dolfijnen. Dan zit ook deze reis er helaas weer op. Maar de VS is toch wel echt geweldig. En Amerikanen zijn inderdaad "anders" maar wij vinden ze erg vriendelijk. We vinden het snel theatraal en overdreven maart zo zijn ze nu eenmaal en wij zijn ook wel erg nuchter.
Maak jouw eigen website met JouwWeb