Bolivia. We hadden eerst het plan om het te combineren met Peru maar dan werd het weer teveel reizen. Het is tenslotte ook 25 keer zo groot als Nederland! We beginnen in Santa Cruz waar het feest is omdat zojuist de autonomie van de stad is getekend. We staan vooraan en als de burgermeester zijn speech heeft gehouden komt hij langs om mensen de hand te schudden. Angelina krijgt ook nog een knuffel van hem.

We gaan door naar Samaipata om daar in het Nationale Park de Bella Vista te gaan wandelen. Het dorpje is mooi en authentiek . Het park is mooi en ongerept. Het "hotel" is klein en knus.

Dan door naar Sucre, de eigenlijke hoofdstad van het land. Maar meestal wordt La Paz de capital genoemd omdat daar de regering zetelt. Een mooie stad waar we 's avonds nog in het feestgedruis terecht komen. Er is op het platteland van Bolivia veel armoe maar ook in de steden is het vaak kommer en kwel. We lopen over de markt en dat is in dit soort landen meestal een hele belevenis. Ik word altijd wel een beetje triest van al dat dierenleed. Ik weet dat ik hypocriet ben en de ballen niet heb om vegetariër te worden maar ik heb er altijd wel moeite mee. Maar het zijn altijd wel prachtige plaatjes.

We gaan de Incatrail in de buurt van Sucre lopen. Het is behoorlijk pittig maar dan heb je ook wat. We vinden in Gaby, een Duiste,  een gezellige medereizigster. De volgende dag naar de Tarabuco markt. Ook weer geweldig.

Dan door naar Potosí. We gaan een oude zilvermijn in. We nemen cadeau's mee waar de mijnwerkers echt iets aan hebben: cocabladeren. Anders is dit werk niet vol te houden. Ook pure alcohol en natuurlijk sigaretten. Als de mannen, vaak nog jongens, in de mijnen gaan werken is de levensverwachting nog 10 jaar!! Er zijn ook bijna geen voorzieningen. Sommigen dragen een mondkapje maar dat was het. Er is (buiten de ingangen) geen aanvoer van verse lucht. Ook liften zijn er niet. We kopen in het lokale winkeltje ook nog wat staven dynamiet voor de kompels en krijgen er een gratis doosje lucifers bij. De lorry's rijden soms elektrisch: 1 man moet de stang tegen de bovenleiding aan duwen en dan schiet het karretje vooruit. Tja, of dat nu zo veilig is!

Potosí ligt op meer dan 4000mtr hoogte wat het allemaal nog zwaarder maakt. Als de mijnwerker nog 50% van zijn longcapaciteit over heeft kan hij stoppen en krijgt hij een klein pensioentje. Lang zal hij daar niet van "genieten".

Er werken zo'n 10.000 mijnwerkers in deze streek.

Bijna niemand is ouder dan 45 jaar.

 

En weer verder. Naar Uyuni. Natuurlijk ook Salar de Uyuni, de zoutvlakte van meer dan 10.000km². De hoeveelheid zout die hier ligt wordt geschat op 10 miljard ton!! Jaarlijks wordt er 25.000 ton weg gehaald. Prachtig. We hebben een hotel waarvan het toilet zo smerig is dat we de behoeftes buiten doen. Het is buiten en binnen erg koud.

Dan door naar La Paz. We bezoeken de San Francisco Kathedraal en eten in een Indiaas restaurant. Als je het hete gerecht helemaal opeet krijg je een T-shirt. Tot nu toe is dat nog nooit gebeurd. Ik waag een poging maar kom niet verder dan de helft. Het moet ook wel lekker blijven. We maken daar in de buurt een wandeling en stijgen tot ongekende hoogte.

Tot voor kort was hier de hoogste skipiste ter wereld. Op 5300 meter. Ik loop samen met de gids nog een heuveltje op en kom tot 5379 mtr. Ik heb de pijp leeg.

Door naar onze laatste bestemming: Rurrenabaque. de toegangspoort naar het Boliviaanse Amazonegebied. We trekken door de pampa's:  Het grootste verschil tussen de pampa’s en de jungle is de hoeveelheid van de bomen. De pampa’s bestaan vooral uit savannegebied en hebben geen tropische regenwouden zoals de Amazone. Helaas opnieuw geen anaconda ontmoet maar wel lekker gezwommen bij de piranha's en krokodillen. Ook leuk toch?