Filipijnen: meer dan 7000 eilanden en een van onze mooiste reizen. Er is niet veel aan infrastructuur en dat beetje wat er is moet na iedere tyfoon, aardverschuiving of vulkaanuitbarsting weer herbouwd worden. We hadden geluk want toen we aankwamen waren ze de schade van de laatste tyfoon aan het herstellen. Eerst een paar dagen in Manilla. Lekker eten in een leuk restaurantje. Als we na een uurtje of wat weer buiten komen staat alles blank. Mooi om te zien hoe de Filipino's hier aan gewend zijn. Voor ons was het toch een belevenis. We nemen een taxi naar het hotel. We maken natuurlijk een praatje met de chauffeur. Of we kinderen hebben? Tuurlijk, we hebben 1 zoon maar die woont al op zichzelf. We hebben in dit soort landen altijd een "fictieve" zoon. Het is voor die mensen gewoon niet te bevatten dat je gewoon geen kinderen wilt.

We vinden een chauffeur met een 4-wheel-drive busje (we komen af en toe nog wat wielen tekort) en we rijden wat rond over het hoofdeiland Luzon.

Lorenzo blijkt een leuke kerel en verteld ons enthousiast over dit prachtige land. De duizenden Jeepney's die hier rondrijden zijn afkomstig van de Amerikanen. Dit oorlogszuchtige volk heeft er 1000-en jeeps achtergelaten en de mensen hier hebben ze omgebouwd tot "taxi". Er rijden prachtige, als nieuw uitziende, exemplaren rond.

We komen door prachtige bergdorpjes en langs 1000en rijstvelden/terrassen. We hebben wat geïnformeerd en hier kunnen we de mensen wel wat cadeautjes geven. We ontmoeten prachtige mensen en kinderen vind ik in dit soort landen, in tegenstelling tot in Nederland, meestal wel leuk.

We rijden weer verder. Er loopt een oud vrouwtje. Helemaal krom. Ik zeg tegen de gids dat we haar wel een eindje mee willen nemen. Ze is onderweg naar haar rijstveldje. Er heeft een buffel doorheen gelopen en ze moet de schade herstellen.

We laten haar wat foto's zien en ze vind het geweldig.

En weer verder. We komen onderweg van alles tegen. We hebben ook een verrassing voor Lorenzo. We hebben een vlucht over de beroemde Pinatubo vulkaan geboekt. Het vliegtuigje blijkt een Novion. Een vliegtuigje waar je met 4 man in kunt. Dat is nog eens een mooi cadeautje voor Lorenzo. Hij vind het geweldig. De Novion wordt bestuurd door (hoe kan het anders) een Amerikaanse ex-luchtmachtpiloot. We zijn de enige die vandaag vliegen en het vliegveld gaat speciaal voor ons open!! Onze tas moet gewoon door de röntgen. De uitbarsting van de Pinatubo in 1991 was een van de grootste van de 20e eeuw.

We gaan naar 100 Islands  National Park. Als we 's morgens om 8 uur met het bootje willen vertrekken komen er net 2 verkoopsters aan lopen. We moeten echt vertrekken roept de "kapitein".

We gaan wat snorkelen maar buiten Angelina, wat planten en een verdwaalde zeeslang kom ik niet veel tegen. Blijkt dat ze hier jaren met cyanide en dynamiet hebben gevist!!

Als we 's middags rond 4 uur terug komen staan de 2 vrouwen nog op ons te wachten.Er zijn verder helemaal geen toeristen. Natuurlijk kopen we wat. Anders kan ik echt nooit meer in de spiegel kijken.

We gaan weer verder. We nemen deel aan een  (theoretische) training die de Amerikaanse militairen kregen voor ze naar Vietnam vertrokken. Wat je allemaal met bamboe kunt doen. Niet te geloven. Je maakt er vuur mee, kunt er in koken, je kunt er allerhande voorwerpen van maken en er zit water in!!

 

We nemen afscheid van Lorenzo. We hebben een vlucht geboekt naar Palawan, een van de mooiste eilanden. Op het vliegveld is de controle streng. Angelina moet haar spuitbusje deodorant laten zien. Een douanier pakt een aansteker en  spuit wat deo in de vlam. Er komt een tweede manneke bij en het tafereel herhaald zich. Nu is de bus bijna leeg en kan er toch niets gebeuren. Blijk ik zelf nog een (vergeten) halve fles water in het zijvak van mijn dagrugzak te hebben zitten.

We komen veilig aan in Puerta Princessa waar we 1 nacht verblijven voor we verder trekken naar Sabang. Daar nemen we een kijkje bij de beroemde ondergrondse rivier. We nemen een Jeepney en wat denk je? autopech!!!

We komen aan in het dorpje Sabang, bekend van de ondergrondse rivier. We kijken waar we kunnen slapen en Thio heeft zelfs 2 bungalowtjes voor de verhuur. Voor $2 per nacht kunnen we een tijdje bij hem logeren. Thio heeft ook een restaurant met een heuse menukaart. "wat mag het zijn?" vraagt hij enthousiast. Ik kijk op de kaart en roep:

"for me beef curry please, Thio".

"Sorry Theo , I have no beef today".

"You have lobster?" probeer ik.

"Sorry, I have no lobster, I have only chicken with rice". But tomorrow I have fresh fish for you".

En de volgende dag had hij een joekel van een vis gevangen. Heerlijk.

We maken een tocht naar de ondergrondse rivier. De ingang is enkel met een boot of na een tocht door de jungle te bereiken. We komen nog wat varanen tegen en klimmen in het bootje om door de rivier met een lengte van 8 km te  varen . Er hangen veel vleermuizen. Er is weinig licht en mooie foto's kunnen we wel vergeten. 

De laatste dagen nog gesnorkeld en rondgevaren naar wat eilandjes. Geweldig.

Nog wat dagen relaxen en dan zit ook deze reis erop. De volgende is naar Tibet en Nepal.