Birma: heet tegenwoordig Myanmar. Toch het minst toegankelijke land wat we hebben aangedaan. Nu is het wat beter geworden maar in 2003 waren er toch veel van die rare regels. Ik herinner me nog dat in Rangoon een klein winkelcentrum binnen wilden gaan. Het was een komen en gaan van bezoekers maar toen wij naar binnen wilden lopen liet de militair die bij de ingang stond  de loop van zijn geweer zakken en riep: "Noo, kloos".

We konden ook niet vrij e-mailen, we moesten overal ons paspoort inleveren en mochten alleen reizen met een gids (en chauffeur). Het was wel een geweldige reis. Op de markt van Innerlake waren we tevergeefs op zoek naar een toilet. Het bleek dat alle Birmezen een rok/omslagdoek dragen en ze gewoon ergens gaan zitten als de nood hoog is.

 

We hebben in 10 dagen tijd 7 keer autopech gehad. Iedere keer had het weer te maken met de benzine. Dan zat er een filter dicht, dan zat de benzineslang verstopt en de keer erop bleek de carburateur weer vuil. Als je ziet hoe de benzine werd aangeleverd sta je ook niet te kijken van al die storingen. Het tanken was ook een belevenis op zich: de chauffeur had een bonnenboekje en mocht per maand maar een bepaalde hoeveelheid tanken. Als hij daar overheen ging werd de prijs verdubbeld!!

 

Bij het vijfde pechgeval stonden we toevallig in een dorpje. Er waren wat kinderen aan het voetvolleyen. Natuurlijk doe ik dan mee. Ze hadden geen plastic of leren bal maar een van een soort bamboe. Ik had na het spelletje dan ook mijn hele voorhoofd afgeschaafd. 

Ik ga even een eindje lopen in het dorp en er zijn wat kinderen aan het voetballen. De bal is al een tijdje lek en om de paar trappen moeten we hem uitdeuken. Wat had ik graag voor die jongetjes een nieuwe bal gekocht. Maar er is hier niets te koop. In principe geven we niet vaak geld of cadeautjes. Alleen aan oude mensen en gehandicapten. Als je het aan kinderen geeft gaan ze (als ze dat al kunnen) niet meer naar school maar gaan ze op zoek naar toeristen. Moeders met kleine kinderen ook niet want die steken hun koters in vieze kleren en smeren ze onder de modder want dat levert natuurlijk meer op dan een schoon kind met nette kleding!

Hier in Birma was het normaal dat als kinderen langs de weg aan het bedelen waren de automobilisten geld uit het raam gooiden. Je kunt al raden wat er dan gebeurd. De kinderen rennen de weg op en worden aangereden.

Na het voetballen kom ik bij een "steenfabriekje". De kleine kinderen zijn hier ook aan het sjouwen en dan vraag ik me voor de zoveelste keer af waarom "ongelukkige" kinderen altijd zoveel leuker zijn.

In Rangoon (Yangon) staat de beroemde Shwedagon Pagoda. Daar zie je pas wat echte devotie is. Niet te geloven. De mensen zijn gewoon in trance.

We gaan trouwens zelf ook nog op bedevaart!! Als enige westerlingen zitten we achterop een vrachtwagen voor de eerste kilometers bergop. Ik schrik een beetje van het enorme aantal vrouwen dat geen vrouw is (zie foto).  Dat had ik hier niet zo verwacht. De laatste kilometers moeten we lopen. Toch heel anders dan Lourdes denk ik zo.